banier
lijntje lijntje

Kevers (Coleoptera)

De grootste groep onder de insecten bestaat uit kevers, ook wel torren genoemd. Kevers hebben meestal twee paar vleugels, hoewel sommige vleugelloos lijken. De voorste vleugels, die ze bijna allemaal wél hebben zijn namelijk heel hard geworden en we noemen ze dekschilden. Daarom heten kevers officieel schildvleugeligen. Bij de meeste kevers zitten daaronder vliezige vleugels waarmee ze vliegen. Dit kun je heel mooi zien als je een lieveheersbeestje vangt en deze op je hand zet. Hij zal het hoogste punt van je hand opzoeken, zijn oranjerode dekschelden wegdraaien en het luchtruim kiezen met de vleugels daaronder. Maar niet alle kevers hebben dekschilden die het lichaam bedekken. Zo is er de grote familie van de kortschilden. Hun schildjes zijn inderdaad heel kort, net als bij de oorwurmen. Ook in andere keverfamilies vinden we soorten met korte schildjes, zoals bij de boktorren.
De chitine, waaruit de schilden zijn opgebouwd, mag dan een licht materiaal zijn, erg groot kunnen kevers niet worden. Ze zouden anders nauwelijks kunnen lopen of vliegen. Met een lengte van zo'n 20 centimeter en een breedte van zo'n 8 centimeter (maten die gehaald worden door enkele zeer grote tropische soorten, zoals de meikeverachtige Goliathkever) houdt het helemaal op. De meerderheid van de soorten haalt nauwelijks een lengte van 1 centimeter en heel veel soorten zijn met een lengte van nog geen halve mm nauwelijks met het blote oog te zien.


Foto van een lieveheersbeestje
Lieveheersbeestjes Coccinellidae

Over de lieveheersbeestjes kunnen we kort zijn: iedereen kent wel deze kleine, ronde kevertjes. Onder meer door het aantal stippen te tellen, kun je de meeste soorten eenvoudig determineren. Maar er zitten een paar heel lastige en nogal variabele soorten tussen. De mens beschouwt de meeste lieveheersbeestjes als nuttig, omdat veel soorten op bladluizen jagen.

Klik hier om een soort te zoeken.


Foto van een soldaatje
Soldaatjes en basterdweekschildkevers
Cantharidae and Malachiidae

De soldaatjes -ook wel weekschildkevers genoemd- en de basterdweekschildkevers vormen twee nauw aan elkaar verwante keverfamilies. De diertjes zie je veel in tuinen en langs wegen en paden. De kleine rode weekschildkever bijvoorbeeld valt door zijn kleur nogal op als hij op het liefst witte schermbloemen zit. Alleen als er een onweersbui nadert verdwijnen ze uit het zicht. De weekschildkevers hebben allemaal hetzelfde uiterlijk, maar kunnen meestal goed op naam worden gebracht door goed naar de kleur van elk onderdeel te kijken.

Klik hier om een soort te zoeken.


Foto van een boktor
Boktorren Cerambycidae

Boktorren vallen vaak op door hun lange, meestal gebogen antennes. Het zijn bijna allemaal vegetariërs. De larven leven vaak in de stengels van planten, inclusief boomstammen. Sommige soorten hebben een slechte naam, omdat ze in droog dood hout leven, zoals in balken en palen. Ze kunnen zware balken geheel leegvreten, waardoor deze geen draagvermogen meer hebben. Boktorren kunnen heel oud worden. Omdat droog, dood hout heel weinig voedingswaarde heeft hebben de larven van sommige soorten niet minder dan 15 jaar nodig om hun ontwikkeling te voltooien!

Klik hier om een soort te zoeken.


Foto van een kniptor
Kniptorren Elateridae

Kniptorren zijn genoemd naar het knipgeluid dat ze maken als ze zich omdraaien, na per ongeluk op de rug terecht te zijn gekomen. Ze zien er allemaal min of meer gelijk uit: langgerekte kevers met een erg groot nekschild. Van sommige soorten zijn de larven schadelijk in de tuin of in de landbouw. Die larven zijn heel erg hard en nogal beweeglijk. Ze worden in de volksmond ritnaalden genoemd.

Klik hier om een soort te zoeken.


Foto van een bladhaantje
Bladhaantjes Chrysomelidae

Bladhaantjes kennen een grote variatie in kleur en grootte. Het zijn allemaal vegetariërs. De grote soorten zijn vaak erg kleurrijk en opvallend, zoals het rode leliehaantje en de coloradokever. De bladvlooien daarentegen zijn allemaal erg klein en onopvallend van kleur. Ook de kleine blauwzwarte soorten zijn moeilijk op naam te brengen. Het helpt heel veel als je de waardplant kent. Overigens: ook de merkwaardige schildpadkevers horen tot de bladhaantjes.

Klik hier om een soort te zoeken.


Foto van een snuitkever
Snuitkevers Curcurlionidae

Op een paar uitzonderingen na zijn snuitkevers kleine kevertjes met een lange snuit. Veel soorten staan ook bekend als boorders, omdat ze een klein gaatje boren in zich ontwikkelende vruchten of noten. Door het gaatje worden één of meer eieren ingebracht. De larve eet de vrucht vervolgens van binnen op. Veel soorten zijn lastig op naam te brengen. Het helpt als je de waardplant kent, want de meeste soorten zijn specialisten. Ze richten zich op één plantensoort of plantengeslacht. Overigens hebben veel soorten een veel korter snuitje dan het beestje op de foto.

Klik hier om een soort te zoeken.


Foto van een kever
Overige grote kevers Diverse families

De families die we niet afzonderlijk behandelen, hebben we in twee groepen gesplitst: grote kevers en kleine kevers. Dit is geen gebruikelijke opsplitsing, laat staan een wetenschappelijk verantwoorde. Maar het helpt je wel bij het zoeken. Tot de grotere kevers behoren de meikevers, loopkevers, waterkevers en mestkevers. Er is echter een zekere overlap, zodat we je aanraden ook bij de kleine kevers te kijken als je jouw beestje niet kunt vinden.

Klik hier om een soort te zoeken.


Foto van een kleine kever
Overige kleine kevers Diverse families

Op de volgende bladzijden vind je een aantal kleine kevers die we niet eerder hebben behandeld. Eigenlijk hebben ze niets gemeen, behalve dan dat ze klein zijn. Tot de behandelde families behoren de kortschilden, de spartelkevers, de houtwormen, de spektorren, de prachtkevers en de diefkevers.

Klik hier om een soort te zoeken.


Bovenkant pagina

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 11-12-2016.
© (2000 - 2024) www.gardensafari.nl (Hans Arentsen) Als u een foto wilt gebruiken, mail mij dan (hans@gardensafari.nl).