Op een morgen word ik wakker, stap mijn woonkamer binnen, werp een vluchtige blik naar buiten op weg naar de keuken en blijf plotseling staan. Wat zit daar nou op de waterval? Een parmantig, grijsbruin eendje. Het dier zou mijn vijver een week misbruiken, daarna heb ik het nooit weer gezien. Heel lang heb ik niet geweten wat dat voor een eend was. Een speurtocht door mijn boekjes leverde mij geen duidelijke aanwijzing op.
Wat mij vooral in verwarring bracht was de omvang van de eend: het is echt een klein ding! En dan die ring om het oog, zulke eenden kon ik in de boekjes niet ontdekken. Enfin, de foto's maar meegenomen naar een vogelkenner. Deze kon mij reeds de volgende dag duidelijkheid verschaffen: dit was het vrouwtje van de mandarijn eend. En ja, die vrouwtjes zijn blijkbaar zo onopvallend naast het pronkzuchtige mannetje, dat de meeste boekjes daar geen aandacht aan besteden. Nu schijnen momenteel ongeveer 200 paartjes mandarijnen in ons land in het wild te broeden, terwijl de vogel ook nog steeds veel in parken en siertuinen wordt gehouden. Of het exemplaar in mijn tuin een 'wilde' was dan wel een ontsnapte volierevogel weet ik niet, feit is wel dat zij geen ring droeg.