banier
lijntje lijntje
back
Aphodius contaminatus

Ook de mestkevers behoren tot de meikeverachtigen. Ze gaan op zoek naar verse mest en begraven het. Voordat ze het gat afsluiten legt het wijfje eieren op de mest. Na het uitkomen eten dan de larven de mest op. Het bekendst zijn pillendraaiers en andere grote, zwarte of blauwachtig zwarte soorten die we in het bos dikwijls langzaam zien voorthobbelen. In de tuin kom je echter vaak kleinere soorten tegen, bijvoorbeeld uit het geslacht Aphodius. Dit mestkevergeslacht bestaat uit een aantal kleine soorten (lengte vaak tussen 5 en 15 mm). Aphodius contaminatus is daarvan een mooi voorbeeld. De kevers worden aangetrokken door konijnenkeutels. Zij begraven die en de engerlingen doen zich tegoed aan de keutels, maar knagen soms ook aan de graswortels. Daarbij veroorzaken zij schade aan bijvoorbeeld golfbanen. Overigens valt de schade door de diertjes zelf vaak wel mee, maar zijn het de vogels (vooral kraaien, roeken en kauwen) die schadelijk zijn, omdat ze het gras loswoelen op zoek naar de engerlingen. De larven kunnen bestreden worden met hetzelfde aaltje dat ook goed werkt tegen de larven van de rozenkever. Aphodius contaminatus komt voor in oostelijk Nederland op de lichte zandgronden, zoals de Utrechtse heuvelrug, Twente en de Achterhoek en Oost-Brabant. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend. Ook in België vooral bekend uit het oosten.