Een andere typische watervogel die zo nu en dan in onze tuin komt is daar eigenlijk helemaal niet welkom. Het is de reiger (familie Reigers - Ardeidae) die onze vissen en kikkers wenst op te eten. De reiger ontwikkelt zich met name in Nederland steeds meer tot een echte stadsvogel.
Er zijn maar weinig vogels die ik liever niet in mijn tuin zie en een daarvan is de reiger. Deze vogel heeft het namelijk altijd voorzien op het leven in mijn vijver, zoals de salamanders, kikkers en vissen. Toch waagt de grote vogel het zo nu en dan toch. Dat vraagt uiteraard om milieuvriendelijke maatregelen. Er is gelukkig een afdoende methode: precies aan de rand span je om de vijver heen een vissnoertje. De reiger ziet dat snoertje niet, stapt erop, schrikt zich het apezuur en verdwijnt. Eigenlijk is het jammer dat je hem verjagen moet, want het is een prachtige, statige vogel die zich zo behoedzaam kan bewegen dat de vissen, die bij zijn nadering onder de leliebladeren zijn gaan zitten, hem na een tijdje niet meer doorhebben en zo worden opgegeten.
De Blauwe Reiger is met zijn hoogte van 90 centimeter net iets kleiner dan de ooievaar. Zijn totaalgewicht loopt op tot wel 1600 gram. Mannetje en vrouwtje zien er gelijk uit. De vogel broedt in grotere of kleinere kolonies. Er wordt één legsel per jaar in een slordig nest, hoog in bomen gedeponeerd. De drie tot vijf eieren worden bijna een maand bebroed. De jongen blijven zo'n 50 dagen op het nest. De vogel komt overal langs waterlopen voor en eet kikkers, vissen en wormen, maar ook wel kleine zoogdieren als mollen. In West-Nederland een standvogel, die in het geheel niet schuw is (vaak te zien als metgezel van een hengelaar). In andere delen van Nederland vaak trekvogel en veel schuwer.