Gewone padBufo bufo
Padden lijken uiterlijk erg veel op kikkers. Meestal echter zijn ze wat lomper gebouwd. Hun achterpoten zijn lang niet zo sterk als die van kikkers en echt springen kunnen ze niet. Hun huid is altijd ruw, vaak bezet met grote wratten, en veel droger dan die van kikkers. Padden zijn bovendien vaak nachtdieren, waar kikkers vooral overdag actief zijn. De huid van de padden houdt vocht veel beter vast dan de huid van kikkers. Ze kunnen dan ook veel beter droge omstandigheden verdragen en leven vaak kilometers van het dichstbijzijnde water af. Zelfs op droge heidevelden kom je padden tegen. Sommige padden hebben klieren waarmee ze een stinkend vocht produceren om zich tegen vijanden te verdedigen. Tot dusver hebben we in onze tuin maar één soort aangetroffen: de gewone pad.
De meeste mensen zijn niet zo gecharmeerd van de 8 tot 13 centimeter grote pad. Het mannetje is trouwens tot wel 5 centimeter kleiner dan het vrouwtje. De paartijd is meestal in maart. De eitjes worden vaak in lange snoeren afgezet (bij de kikkers meestal in klompjes) en de larfjes blijven heel erg klein en gaan al in juni of juli aan land. Jonge padjes blijven vaak in het eerste jaar bij elkaar. Het duurt wel vier jaar voor de dieren volwassen zijn.
Padden worden over het algemeen zo'n 10 tot 15 jaar oud. Hij kan dan wel niet springen, maar hij graaft en zwemt erg goed. De winterslaap begint relatief vroeg: eind september/begin oktober en eindigt ook al vroeg: eind februari of maart. Er wordt altijd aan land overwinterd, vaak in een zelf gegraven gat onder een boomstronk of tussen boomwortels. Padden leven van insecten en slakken.
Op de onderste foto's een heel jong mannetje. Op de bovenste foto's het veel grotere en erg plompe vrouwtje.