Dit is de meest voorkomende vinkensoort in mijn tuin. Hij is zelfs talrijker dan de gewone vink. En terwijl de andere vinkensoorten meestijds op de grond vertoeven en 's winters onder mijn voedertafel zijn te vinden, zit de groenling (of groenvink) er vaak bovenop. Ook kan hij, net als de mezen, pindanetjes beklimmen. In het najaar en in de winter vormt hij vaak, soms samen met mezen en andere vinkachtigen, grotere groepen. Dat hangen aan pindanetjes komt waarschijnlijk door de voorkeur van de vogel voor rozenbottels, die hij met veel acrobatiek leeg haalt. De vogel laat al laat in de winter zijn aantrekkelijke liedje horen en ontbreekt ook in veel binnensteden niet.
Groenlingen zie je buiten de broedtijd bijna altijd in kleine groepjes van 10 of meer dieren. De vogel heeft zich prima weten aan te passen aan de aanwezigheid van mensen. Zo broeden ze in de grote steden zelfs in bloembakken die aan balkons hangen! De vogel komt in Nederland dan ook erg veel voor.
De groenling is een gelig grijsgroene vinkensoort, iets kleiner en slanker dan de gewone vink: 14,5 cm. lang en ongeveer 30 gram zwaar. Standvogel in Nederland. Vergeleken met het mannetje is het vrouwtje wat fletser en grijzer. In de winter is de vogel veel fletser en oogt streperig vuil geelgroen. De vogel bouwt 2 tot 3 nestjes per jaar in bomen en struiken. Er wordt gebroed van april af tot soms in augustus toe. De broedtijd is 13 dagen en de jongen blijven zo'n twee weken op het nest. De vogel komt vooral voor in lichtere bossen, parken en tuinen. De aanplant van allerlei wilde rozen die rozenbottels produceren verhogen de kans op deze vogel aanzienlijk. De vogel is gek op zaden, zowel die van gras, als die van paardebloemen, knoppen en bessen. De vogel komt in geheel Europa voor met uitzondering van Noord-Scandinavie en Siberie. De groenling, die als groenvink ook wel in volieres en kooitjes gehouden wordt, is beslist niet schuw en komt 's winters graag op je voertafel af.