banier
lijntje lijntje
back
Watersnuffel Enallagma cyathigerum

De watersnuffel is één van de meest voorkomende juffers in Europa. Hij lijkt bijzonder veel op de azuurwaterjuffer. Toch zijn de twee soorten wel uit elkaar te houden. In de vlucht is dat héél erg moeilijk, al is de watersnuffel meestal wat blauwer dan de azuurwaterjuffer. In rust zijn er twee kenmerkende verschillen. Van bovenaf bezien is het tekentje op het tweede segment bij de watersnuffel paddenstoelvormig. Bij de azuurwaterjuffer zien we een hoefijzer of U. Kijk je naar de zijkant van het dier, dan heeft de watersnuffel op het borststuk slechts één zwart streepje. Alle andere waterjuffers hebben twee zwarte streepjes op de zijkant van het borststuk. De lichte delen zijn bij het mannetje altijd blauw. Bij de vrouwtjes echter kunnen de lichte delen blauw, groen, geel of bruin zijn. De watersnuffel wordt 30 tot 36 mm lang en bereikt een spanwijdte van ongeveer 38 mm. Daarmee is hij ongeveer even groot als de azuurwaterjuffer.

De mannetjes grijpen de vrouwtjes vast om een tandem te vormen. De vrouwtjes leggen ook hun eitjes in die positie. Ze steken het achterlijf net onder het wateroppervlak om de eitjes op plantenstengels af te zetten. Ze gaan daarbij nooit helemaal onder water, zoals de vrouwtjes van sommige andere waterjuffers wel doen. De nimfen leven onder water van kleine dieren, meestijds insecten. In Zuid-Europa komen per jaar twee generaties tot ontwikkeling. Bij ons is er maar één generatie per jaar en het komt ook wel voor dat een larve twee jaar doet over zijn ontwikkeling.

De watersnuffel is in geheel Europa één van de gewoonste soorten waterjuffers. Hij ontbreekt alleen op IJsland. Op sommige plaatsen, bijvoorbeeld bij hoogveen, kan hij overvloedig voorkomen. Volwassen watersnuffels worden soms al eind april gezien. De soort kan tot eind september door vliegen, maar de hoogste aantallen worden gezien in juni, juli en augustus. Op de onderste foto zien we links een pas uitgeslopen vrouwtje watersnuffel. Haar misschien wel eerste vlucht werd tevens haar laatste, want ze is gevangen door een eveneens nog zeer vers vrouwtje van het lantaarntje dathaar nu oppeuzelt. Lantaarntjes zijn enorm vraatzuchtig en dat wordt hier maar weer eens bewezen.