banier
lijntje lijntje
back
Roodborst Erithacus rubecula

Ook de roodborst is een bekende verschijning in de tuin. Het dier is bovendien allesbehalve schuw. Volwassen roodborsten hebben de bekende rode borst (mannetjes en vrouwtjes zijn volkomen gelijk) en verdedigen ook 's winters hun territorium. Het is de enige vogel in de tuin die bijna het gehele jaar door zingt. De jongen zijn sterk gespikkeld. Daarom werd de roodborst vroeger tot de lijsterfamilie gerekend. Tegenwoordig niet meer. Soms zit hij nu in een kleine familie sterk gelijkende vogels: de roodborsten. Maar meestal wordt hij geplaatst in de familie van de vliegenvangers (Muscicapidae).

Het roodborstje is een van de populairste tuinvogels. Dat komt niet omdat hij in grote aantallen in je tuin zit, maar omdat het een brutale en nieuwsgierige vogel is. In je tuin zie je er meestal maar een, behalve in de broedtijd als mannetje en wijfje elkaar tolereren. Het territorium van de roodborst is niet zo groot, maar een vogel bezet die nagenoeg het gehele jaar in zijn (of haar) eentje. Dat territorium wordt zingend afgebakend, waarbij de wijfjes niet onderdoen voor de mannetjes! Er wordt geschat dat er ruim een miljoen van die territoria in Nederland zijn, want het aantal roodborsten in Nederland wordt geschat op 1,1 miljoen. Op de top 5 van meest voorkomende vogels in Nederland bezet hij de vijfde plaats na de merel, de huismus, de houtduif en de vink. Jonge roodborsten zien er heel anders uit dan hun ouders. Ze lijken overigens als twee druppels waters op jongen van de kleine vliegenvanger. Maar, alle vogels verliezen tijdens de voederfase een deel van nun natuurlijke schuwheid (waarvan overigens bij de roodborst nauwelijks sprake is), dus probeer op zekere afstand te kijken welk jong het is door op een ouder te wachten. Kom niet in de verleiding zo'n jong mee te nemen. Het is een volledig gezond jong dat rustig op zijn ouders zit te wachten en niet een verlaten jong. Neem je hem mee, dan verliest hij het stemcontact met de ouders en bestaat de kans dat die hun jong niet meer komen zoeken, waardoor het jammerlijk omkomt.

De roodborst is iets kleiner dan de huismus. Hij is namelijk 14 centimeter lang en weegt slechts 16 gram. Mannetje en vrouwtje zijn gelijk. De vogel broedt van mei tot juli tweemaal. Elk legsel bestaat uit vier tot zes eieren. De broedtijd is twee weken en de jongen worden daarna nog twee weken op het nest verzorgd. Het nest wordt op de grond gebouwd, meestal in dicht struikgewas. De vogel komt overal voor waar voldoende struiken zijn, dus ook in stadsparken. Je vindt de roodborst in vrijwel geheel Europa. De vogel eet vooral kleine insecten en spinnen. De indeling in de juiste vogelfamilie geeft problemen. Hij werd wel tot de lijsters gerekend vanwege de sterk bespikkelde jongen. Andere vogelkenners rekenen hem tot de zangers en weer anderen hebben hem in een eigen familie geplaatst. Tegenwoordig plaatst men hem veel in de familie van de vliegenvangers.