De bonte vliegenvanger is een mooi zwart-wit vogeltje dat tot dusverre elk jaar, tamelijk laat in het voorjaar, opdook en dan alle nestkastjes in mijn tuin bezet vond. Vaak werd heroisch strijd geleverd met de iets grotere koolmees en de iets kleinere, maar zeker zo vechtlustige pimpelmees. De vliegenvanger verloor en verdween weer na ongeveer een week. In het voorjaar van 1999 echter had hij geluk: één van de nestkasten in de tuin was niet bezet. Dus werd de kast ogenblikkelijk in bezit genomen. Het broeden en voederen hebben we goed kunnen volgen, maar helaas zijn de jongen uitgevlogen op een dag dat wij aan het werk waren, dus dat heugelijke feit hebben we niet mogen meemaken. Zodra de jongen zijn uitgevlogen verdwijnen de vliegenvangers uit de tuin. Waarschijnlijk kunnen de jongen meteen erg goed vliegen en doen dat ook. Gezien de manier waarop de dieren aan hun voedsel komen is dat ook geen wonder.
In 2001 hadden we nog een broedgeval in de tuin, deze keer in een nestkastje in de achtertuin. De boekjes melden dat de bonte vliegenvanger steeds meer voorkomt in grote delen van Europa. Dat zou komen omdat het dier zonder aarzelen nestkastjes accepteert als broedgelegenheid en steeds meer van die kastjes verschijnen links en rechts.
De bonte vliegenvanger wordt ongeveer 13 centimeter lang en weegt dan 13 gram. In Europa is het een trekvogel die in april arriveert en in september vaak al weer wegtrekt. Het mannetje en het vrouwtje zijn zo'n beetje gelijk, alleen is het mannetje wat contrastrijker. Bij hem is het zwart soms echt zwart, waar het zwart bij het vrouwtje vaak grijs is. De vogel bouwt zijn nestje in mei in holletjes in bomen of in nestkastjes, legt vijf tot zeven eieren en bebroedt die gedurende 13 dagen. De jongen blijven vervolgens net iets meer dan twee weken op het nest. De vliegenvangers leven uitsluitend van insekten, die ze vaak al vliegend vangen. De bonte vliegenvanger komt overal voor waar meerdere bomen bij elkaar staan. Hij bewoont vooral Noord- en Centraal-Europa. Op de Balkan vinden we niet hem, maar zijn neef: de Withalsvliegenvanger. De vogel is niet schuw, maar door zijn leefwijze niet altijd even gemakkelijk waar te nemen.