banier
lijntje lijntje
back
Gaai Garrulus glandarius

De gaai is de enige echt kleurrijke vertegenwoordiger in Nederland van de kraaienfamilie. Het is bovendien een bijzonder mooie vogel om te zien. Hoewel een opportunist, is de vogel ten opzichte van mensen verrassend schuw. Daar komt nog bij dat hij gebonden is aan bosrijke omgevingen, zodat hij lang niet overal vaak te zien is. Mijn tuin grenst gelukkig aan een bosstrook met bovendien heel veel eiken. De vogel is in de herfst gek op eikels die hij her en der verstopt, vervolgens vergeet en zo de boom helpt met de verspreiding. Ook de gaai plundert in het voorjaar menig zangvogelnest, hoewel naar het schijnt niet op zo'n uitgebreide schaal als de ekster. Hoewel schuw, verschijnt de vogel 's winters toch zo nu en dan op mijn voedertafel of pindanetjes. Met name in strenge winters kan het een bijna dagelijkse gast zijn. Andere vogels worden subiet weggejaagd en de vogel schrokt werkelijk het aangeboden voer naar binnen. En ondanks zijn omvang zijn ook pindanetjes geen enkel probleem. De gaai gaat daar min of meer opzitten in tegenstelling tot de mezen die er aan hangen.

De gaai is een kleinere kraaiachtige, ongeveer ter grootte van een kauw, dat wil zeggen: hij is 34 centimeter lang en weegt zo'n 170 gram. In Nederland een typische standvogel. Mannetjes en vrouwtjes zijn nagenoeg gelijk. Het nest wordt in bomen gemaakt. De 5 tot 6 eieren worden in april of mei gelegd en ongeveer 17 dagen bebroed. De jongen worden bijna drie weken op het nest gevoerd. De vogel komt overal voor waar bomen bij elkaar staan: bossen, parken en grote tuinen. Behalve in het uiterste noorden van Schotland, Noord-Skandinavie en Noord-Siberie komt de vogel in heel Europa voor. De schuwste van alle kraaiachtigen die meestal in de vlucht wordt waargenomen.

Heel lang werd de gaai in Nederland Vlaamse gaai genoemd. Een aantal jaren geleden is besloten om de vogel simpelweg gaai te noemen. Dat kan ook wel, want het is de enige gaai in ons land. Toch spreken verreweg de meeste mensen nog steeds over de "Vlaamse gaai".

Vogelgeluid Vogelgeluid