In Arnhem, waar ik tegenwoordig woon, zie ik slechts drie meeuwensoorten regelmatig. Niet zo gek, want Arnhem ligt zo'n 100 kilometer van de kust. Maar toch: de kokmeeuw zie je overal, vaak in zeer grote aantallen. De zilvermeeuw is ook vrij gewoon, maar altijd in veel kleinere aantallen. De kleine mantelmeeuw is een relatieve nieuwkomer. Ook hij verbleef altijd langs de kust, maar sinds hij daken als geschikte nestelplaats heeft ontdekt, komt hij meer en meer in het binnenland voor. Toch zie je hem minder vaak dan de twee andere soorten.
De kleine mantelmeeuw lijkt erg veel op de zilvermeeuw. De veren bovenop het lichaam echter zijn veel donkerder grijs (tot bijna zwart), dan de zilvergrijze veren van de zilvermeeuw. De kleine mantelmeeuw lijkt ook veel op zijn grotere broer de grote mantelmeeuw. Maar de grote mantelmeeuw heeft roze poten en de kleine heeft gele poten. Let ook op de gele snavel die eindigt in een rode punt. Aan de kust zie je soms ook de geelpootmeeuw die ook veel lijkt op de kleine mantelmeeuw, maar in het binnenland zijn zowel de grote mantelmeeuw als de geelpootmeeuw uiterst zeldzaam. Jonge dieren (juvenielen zeggen deskundigen) zijn heel erg moeilijk uit elkaar te houden. Bij meeuwen duurt het soms wel vijf jaar voor ze volwassen zijn. Gedurende die vijf jaar hebben ze elk jaar weer een ander jeugdkleed. Je hebt meestal een expert nodig om de verschillende soorten uit elkaar te houden. Op het forum van bijvoorbeeld waarneming.nl vind je zulke experts.
Ondanks dat de kleine mantelmeeuw kleiner is dan zijn grotere broer, is het toch wel een indrukwekkende vogel. Hij wordt 50 tot 64 cm. lang en bereikt daarbij een spanwijdte van 1 meter 50 en een gewicht tussen 425 en 1.100 gram. De kleine mantelmeeuw kan zo'n 35 jaar oud worden! De nesten zijn simpel: een beetje wroeten in zand, grind of gras en klaar is het. Meestal worden drie eieren gelegd, die 28 dagen worden bebroed. De jongen moeten daarna 30 tot 40 dagen worden verzorgd. Zoals veel meeuwen eten kleine mantelmeeuwen bijna alles: vis, wormen, afval. In sommige landen, zoals in België en het Verenigd Koninkrijk nemen de aantallen langs de kust licht af. Bij ons is de soort stabiel. Overigens wordt de afname langs de kust veelal gecompenseerd door een toename in het binnenland.