De kleinste mees in de Benelux is de zwarte mees, die zelfs nog iets kleiner is dan de pimpelmees. Erg kleurrijk is hij niet, maar daardoor en door de zwarte kap met witte streep op de kop is hij erg gemakkelijk te herkennen. De zang is niet opvallend, maar wel het gehele jaar te horen. Bovendien zingen niet alleen de mannetjes, maar ook de vrouwtjes. Het verschil tussen die twee is overigens niet te zien. Is een soort van naaldbossen en zal dus niet in iedere tuin opduiken. Hoewel niet schuw is dit een lastig te fotograferen soort, omdat hij erg rusteloos is. Ook op de voedertafel maakt hij een vaak wat nerveuze indruk en beweegt onophoudelijk. Alleen op pindanetjes zit hij vaak wat langer stil.
Dit is de kleinste mees in centraal Europa. Het dier is aan wat bosrijker gebied gebonden en zal in het westen en noorden van Nederland wat minder vaak voorkomen. Als het diertje wel in jouw omgeving woont, dan zul je dat snel genoeg merken. Als je voerplaats voor de winter is ingericht, dan is de kans groot dat de zwarte mees verschijnt als vierde mezensoort. De koolmees en de pimpelmees zullen als eerste verschijnen, spoedig gevolgd door de glanskop (als die in je omgeving voorkomt). De zwarte mees verschijnt soms vrijwel meteen daarna, soms veel later, maar is meestal en zeker in strenge winters wel van de partij. De vogel is als alle mezensoorten uiterst acrobatisch, maar toont weinig voorkeur ten aanzien van het aangeboden voer. Zo zal hij soms voer eten van de voedertafel, dan weer behendig hippen over pindanetjes. Alleen op de grond komt het dier nagenoeg nooit, net als de glanskop.
De zwarte mees is wordt nauwelijks 11 centimeter lang en weegt niet meer dan 9 gram. Mannetje en vrouwtje zijn gelijk. De vogel broedt twee keer per jaar van april tot juni. Hij broedt in holletjes in bomen, waar per keer acht tot tien eieren worden gelegd. Die worden ruim twee weken bebroed. De jongen blijven daarna nog zestien tot achttien dagen op het nest. De zwarte mees komt overal voor waar naaldbomen staan. Je vindt hem in geheel Europa, met uitzondering van het Hoge Noorden. De vogel eet voornamelijk insekten, maar ook wel de zaden van diverse naaldbomen en hij toont zich aan de voertafel weinig kieskeurig. Is zoals alle mezen weinig schuw, maar vrij onzichtbaar door zijn gebondenheid aan naaldbomen.
Wetenschappelijk kent men de zwarte mees ook nog wel onder de verouderde naam Parus ater.