De meeste leden van de kraaienfamilie zijn zwart of nagenoeg zwart. De ekster is zwart/wit, met bovendien metaligglanzende zwarte veren, zodat in de zon de vogel een groene of blauwe indruk kan maken. Hetzelfde effect zien we in nog sterkere mate bij de spreeuw. Van de echte Nederlandse kraaien is alleen de gaai mooi gekleurd. De ekster heeft een slechte reputatie. In het voorjaar is het namelijk een groot rover van met name zangvogeleieren en -jongen. Toch is dat natuurlijk gedrag, waarover de mens zich niet zou moeten opwinden. Eksters komen veel voor op het platteland, maar steeds meer rukken ze ook op in steden. Voor een opportunist zoals de ekster (en dat geldt voor zijn familieleden net zo) is daar veel te halen. Het is een erg intelligente vogel, die aardig aan mensen is gewend, zij het dan dat hij probeert verre van ze te blijven, zonder de door deze creaturen geschapen condities uit het oog te verliezen. Samen met de gaai is dit zonder meer de schuwste van alle kraaiachtigen. Nesten van zangvogels naast uw voordeur hebben zeker zijn aandacht, maar de overval vindt meestal 's morgens zeer vroeg plaats. Overigens: het dier op de onderste foto's is geen kruising tussen een gier en een ekster, maar gewoon een ekster in de rui die wacht op nieuwe nekveren.
De ekster is een elegant gebouwde kraaiachtige, 46 centimeter lang en zo'n 2 ons zwaar. De vogel komt bij ons het gehele jaar voor en is een echte standvogel. Mannetjes en vrouwtjes vormen paren voor het leven en zijn nagenoeg gelijk, al is de staart van het mannetje meestal iets langer. Het nest is groot en hangt in bomen en struiken. Er is meestal 1 broedsel per jaar. De ekster begint soms al in maart met het bebroeden van de 5 tot 8 eieren. De broedtijd is ongeveer 17 dagen, waarna de jongen nog 3 tot 4 weken op het nest blijven. In Nederland komt de vogel bijna overal voor. De laatste decennia komen ook steeds meer paartjes in de stad voor. Het is echter toch vooral een vogel van het platteland en de randen van steden en dorpen. Het dier eet nagenoeg alles: noten, aas, afval, jonge vogels, eieren enz. In geheel Europa kun je de ekster tegenkomen, behalve op IJsland, in Noord-Schotland en in Noord-Siberië. Hoewel de vogel mensen mijdt, is hij zeer gemakkelijk waar te nemen. Bij het vliegen maakt hij een wat onbeholpen indruk en hij vliegt zelden grote afstanden in een stuk.