Kleine watersalamander Lissotriton vulgaris
Als je alleen naar de kop kijkt, zie je weinig verschil tussen salamanders en kikkers. Toch is er één zeer groot verschil: salamanders behouden hun staart, terwijl kikkers die als volwassen dier kwijt zijn. In de Benelux gaat het bepaald niet erg goed met de salamanders. Veel soorten hebben het heel erg moeilijk. Alleen de kleine watersalamander doet het goed. Hij tolereert enige watervervuiling en heeft ook geen grote waterplassen nodig om te overleven. Een beetje tuinvijver is al prima in orde en daarvan zijn er genoeg. Maar ook bosvijvers, sloten, vaarten en beekjes zijn interessant en ook mag het water best een beetje brak zijn.
De kleine watersalamander doet zijn naam geen eer aan: zomer, najaar en de winter worden op het land doorgebracht. Het mannetje en het vrouwtje zijn dan bijna gelijk: donkerbuin of donkerolijfgroenig van boven en opzij met een lichtere, gevlekte buik. Het wijfje blijft na de winterslaap er zo sombertjes uitzien. Bij het mannetje wordt de buikzijde oranjerood met scherp afgetekende vlekken en wordt ook de staart lichter, ook al met opvallende vlekken. De dieren zoeken nu het water op om te paren. Tijdens die korte periode verliezen ze veel van hun gebruikelijke schuwheid en zijn vaak opvallend vlak onder de waterspiegel aanwezig. De tijd die in het water wordt doorgebracht is uitzonderlijk, omdat de dieren dan vaak overdag actief zijn. Als in juni het water verlaten wordt en de dieren als landdier verdergaan, gedragen ze zich bijna altijd als nachtdier. Alleen na een hevige regenbui willen ze wel eens overdag actief zijn. Ook in onze vijver zijn ze in het voorjaar geregeld te zien. En ook schep je bij het schoonmaken van de vijver er wel eens per ongeluk eentje op.
De paartijd begint in maart en duurt vaak tot in mei. In tegenstelling tot kikkers zet de kleine watersalamander elk eitje apart af op een waterplant en dus niet in klompjes of snoeren. De larven komen al vrij snel uit en blijven heel erg klein: langer dan 3 centimeter worden ze niet. Na 2 tot 3 weken verschijnen de voorpootjes en ongeveer twee weken later komen de achterpootjes te voorschijn. Aan de voorpootjes zitten vier vingertjes en aan de achterpootjes vijf teentjes. De larven leven vooral van watervlooien en muggenlarven. Eenmaal volwassen wordt het mannetje zo'n 7 tot 8 centimeter lang en het vrouwtje zo'n 8 tot 9 centimeter. In gevangenschap wordt de kleine watersalamander wel zo'n 19 jaar oud! Het is een heel gewone soort, zowel in België als in Nederland en is ook in de ons omringende landen praktisch overal te vinden. Overigens is de wetenschappelijke naam recentelijk veranderd van Triturus vulgaris in Lissotriton vulgaris.