banier
lijntje lijntje
back
Gewone Wesp Vespula vulgaris

De Gewone Wesp is zwart met een geel streepjespatroon. De gele streepjes verlopen recht, maar kunnen sterk in omvang verschillen. Ook bij deze soort is de tekening op de clypeus van groot belang: die is over het algemeen geel met een zwart ankertje. Helaas komen ook dieren voor waarbij de zwarte tekening is gereduceerd tot drie vlekjes en die zijn dan aan de tekening op de clypeus niet te onderscheiden van Duitse wespen. De Duitse wesp en de gewone wesp lijken verder bijzonder veel op elkaar en zijn moeilijk uit elkaar te houden. De gewone wesp is iets kleiner dan de Duitse al scheelt het niet veel. Koninginnen zijn 16 tot 19mm lang, werksters 11 tot 14mm en de mannetjes bereiken een lengte can 13 tot 17mm.

Eind april begint de koningin aan de nestbouw. Het nest wordt vaak onder de grond gebouwd in verlaten dierennesten. Ook wordt wel genesteld in holle, donkere ruimtes boven de grond, zoals boomholtes, spouwmuren en dergelijke. De gewone wesp maakt haar papier uit enigszins vochtig, rottend hout. Het nest wordt daarom enigszins bruin van kleur. Aan de buitenkant is het nest ruw afgewerkt en er zitten heel veel mosselvormige luchtkamertjes op. Het nest kan tot 12 raten bevatten en meer dan een meter lang worden. Er zitten dan ook op het hoogtepunt heel veel dieren in, zo'n 12.000. De koningin kan dan ook wel 50.000 eieren leggen! Het nest wordt goed bewaakt en de gewone wesp is zeker in de buurt van het nest vrij agressief. Net als bij andere wespen en bijen komt bij het steken van een indringer bovendien een feromoon vrij dat de andere wespen alarmeert, vandaar dat aanvallen van wespen en bijen zo massaal kunnen worden. In het najaar komt de soort graag op zoetigheid en fruit af. Hij laat zich nauwelijks verjagen en zal niet nalaten te steken als hij de kans schoon ziet. Vrijwel alle steken die mensen oplopen zijn te wijten aan de gewone en de Duitse wesp. Maar ze hebben op die manier wel alle wespen een slechte naam bezorgd.

De gewone wesp komt voor in de gematigde gebieden van Europa, Azië, Japan en Noord-Amerika. Hij is bovendien ingevoerd in Australië en Nieuw-Zeeland. Bij ons, samen met de Duitse wesp, één van de gewoonste wespensoorten die overal voorkomt. In het grote nest vinden we vaak ook de larven van enkele andere insectensoorten, zoals zweefvlieglarven.

Orchideeën produceren geen nectar. Er is dus eigenlijk helemaal niets te halen voor insecten. Toch trekken sommige wespen aan die voor de bestuiving moeten zorgen. De orchideeën produceren sekslokstoffen. Wespen worden daardoor aangetrokken en zoeken in de bloem naar hun partner. Die is er niet, natuurlijk, en de wesp zal even later de bloem teleurgesteld verlaten, om daarna door de volgende bloem te worden aangetrokken. Maar tijdens zijn zoektocht in de bloem zet deze een hoornvormig zaadpakketje af op het voorhoofd van de wesp. Bij de volgende bloem laat dit hoorntje dan weer los en zo vindt de bevruchting plaats. Hiernaast een wesp met zo'n hoorntje van een wespenorchis (waarschijnlijk de Breedbladige Wespenorchis). Niet alleen wespen worden zo voor de gek gehouden: er zijn ook orchideeën die kevers of vliegen voor het lapje houden.